Na de oogst, die met de hand gebeurt, worden de aloëbladeren eerst in een waterbad schoongemaakt. Vervolgens worden de onderste delen van de bladvoet, de buitenste bladpunt en de korte, puntige stekels aan de bladranden met een speciaal mes verwijderd. Bij de volgende bewerking wordt de toplaag van de bladeren voorzichtig, zonder de plantcontainers daarbij te beschadigen, van de boven- en onderkant van het blad afgepeld en weggegooid. Hoewel vele grotere landbouwbedrijven nu zijn overgeschakeld op gemechaniseerde methoden, wordt dit moeizame fileerproces bij onze producent nog steeds met de hand uitgevoerd. Dit zorgt ervoor dat alle bladbestanddelen die de bittere stof aloïne zouden kunnen bevatten, daadwerkelijk volledig worden verwijderd. Het binnenste van het blad, dat de aloïne gel bevat, wordt tenslotte uitgespreid op een werkvlak en gesorteerd. Alleen de beste stukken gaan in een moderne roestvrijstalen pers voor de sapwinning.

Om aloësap zonder conserveermiddelen te kunnen bewaren, moet het worden gepasteuriseerd, d.w.z. enkele seconden tot 80 °C worden verhit. Aangezien het sap zeer alkalisch is en micro-organismen zich in deze omgeving zeer snel vermenigvuldigen, wordt citroenzuur (minder dan 1 %) toegevoegd om de pH te stabiliseren.